1 Karel de Grote

Karel de Grote erfde van zijn vader Pepijn een groot rijk, dat globaal bestond uit het huidige Frankrijk, België, Nederland, Luxemburg en het westelijke deel van Duitsland. Zelf voegde Karel daar nog een aantal veroveringen aan toe, vooral in het oosten van Duitsland en in Italië. Pogingen om de Saracenen uit Spanje te verdrijven mislukten.

In 800 werd Karel in Rome door de paus tot keizer gekroond. Dat was vooral een symbolische gebeurtenis – de nieuwe keizer werd beschouwd als opvolger van de keizers van het West-Romeinse rijk, dat in 476 ten onder was gegaan, en stond nu formeel op voet van gelijkheid met de keizers van het Byzantijnse rijk; de praktische betekenis van zijn titel was vooralsnog gering.

Het rijk van Karel de Grote was ingedeeld in circa 300 gouwen of graafschappen. Aan het hoofd van elk van die graafschappen stond een graaf, die verantwoordelijk was voor de rechtspraak en de veiligheid in zijn ambtsgebied, en verplicht was tot militaire steun aan de keizer in geval van oorlog. Graven werden benoemd door de keizer, hun ambt was niet erfelijk en hun functioneren werd gecontroleerd door rondreizende ‘zendgraven’. 

Op perkament was het een goed werkend systeem, in de praktijk had het een paar zwakke kanten.

Graven werden over het algemeen gekozen uit lokale machthebbers, die dus al bij voorbaat een zekere onafhankelijkheid van het centrale gezag hadden. Bij ontstentenis van een goed functionerende geldeconomie ontvingen zij als beloning voor hun diensten een ‘leen’ – het vruchtgebruik van een of meer stukken land (lees agrarische bedrijven). Na hun dood verviel zo’n leen aan de keizer, maar de verleiding om vervolgens een familielid van de overledene tot graaf te benoemen was groot. Vrijwel alle lenen werden vroeg of laat dan ook erfelijk. En dát versterkte de positie van de graven nog verder.
Het was een systeem dat een besluitvaardige en doortastende leider vereiste. Karel de Grote was zo’n leider, zijn opvolgers waren meestal van minder kaliber.

Een tweede zwakke plek was de opvolgingspraktijk van de Frankische koningen. Na de dood van een koning werd zijn bezit verdeeld onder zijn zonen. Aangezien het koningschap beschouwd werd als het persoonlijk bezit van de vorst, gold dat dus ook voor het rijk. Aanvankelijk deed deze situatie zich niet voor, dankzij het feit dat bij de dood van Karel in 814 nog slechts één van zijn zonen in leven was. Toen deze zoon – Lodewijk de Vrome – op zijn beurt stierf, waren er echter drie zonen, en deze transitie zou niet zonder problemen verlopen.

[31 oktober 2021 / 16 november 2021]

Inhoud.

9 gedachten over “1 Karel de Grote

  1. Ja, leuk en interessant om te lezen Erik! Het frist ook m’n kennis van de geschiedenis een beetje op ;-).
    En voor wat betreft je ‘PS’: je blog is prima zoals die is, laat de toeters en bellen alsjeblieft achterwege!
    Succes en groetjes, Tatjana

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: