In mijn vorige stukje gaf ik een vertaling van de oorkonde uit 889, waarin koning Arnulf van Karinthië een aantal goederen schonk aan zijn vazal graaf Gerulf. De meeste lezers zullen er niet veel wijzer van zijn geworden, daarom volgt hier een nadere uitleg. Of die veel zal helpen, is overigens nog maar de vraag.
Afgezien van Frankfurt worden in de oorkonde tien geografische namen vermeld; ik zet ze hier onder elkaar in de vorm waarin ze in de oorkonde zijn geschreven, met steeds daarachter – voor zover mogelijk – een ‘vertaling’, gebaseerd op het Lexicon van Nederlandse toponiemen tot 1200.*
- Renum. Over deze naam kan geen enkele twijfel bestaan: dit is een verbogen vorm van Renus, de rivier de Rijn. Bedoeld is hier de Oude Rijn, tussen Harmelen en Katwijk.
- Suuithardeshaga (waarbij de dubbele u moet worden gelezen als w). De naam komt voor in één andere oorkonde, verder nergens. Ligging in Noord- of Zuid-Holland, waar is onbekend.
- Nordcha. Noordwijk Binnen.
- Osprehtashem. Ligging onbekend, vermoedelijk in Zuid-Holland.
- Bodokenlo. Boekel, 2,5 km ten noorden van Akersloot.
- Alburch. Waarschijnlijk Aalburg in het Land van Heusden; misschien Oudburg in de gemeente Bergen NH.
- Hornum. De meest voor de hand liggende ‘vertaling’ is Hoorn, maar waar dat Hoorn zou hebben gelegen, is onbekend.
- Huui (lees Huvi). Ligging onbekend.
- Teole. Waarschijnlijk Tiel, destijds – na de ondergang van Dorestad – de belangrijkste handelsstad in Nederland.
- Aske. Asch, 2,5 km ten noorden van Buren Gld, of ergens ten noorden van Heemskerk.
We moeten ons niet te veel voorstellen bij deze schenking. Het ging vermoedelijk vooral om agrarische bedrijven van hooguit 20 hectare, die Gerulf eerder in leen had gehouden. Anderzijds werd zijn positie als machthebber hierdoor natuurlijk wel versterkt.
Dan de datering van de oorkonde. In de middeleeuwen hanteerde men nog lange tijd de (volstrekt krankzinnige) datering van de Romeinen. Elke maand had drie vaste dagen: de kalendae, de nonae en de idus.
- De kalendae viel altijd op de eerste dag van de maand.
- De nonae viel in maart, mei, juli en oktober op de zevende dag, in de andere maanden op de vijfde dag.
- De idus viel in maart, mei, juli en oktober op de vijftiende dag, in de andere maanden op de dertiende.
De dag vóór de nonen van augustus was dus de dag vóór 5 augustus: 4 augustus.
Ten slotte de 7e indictie. Over dat onderwerp valt eveneens een heel verhaal te vertellen, maar op deze plaats moge ik volstaan met een simpele verwijzing.
__________
* R.E. Künzel, D.P. Blok & J.M. Verhoeff. Lexicon van Nederlandse toponiemen tot 1200. Amsterdam, 1988.
[13 november 2021 / 1 december 2021]
2 gedachten over “6 Uitleg”