Op 15 juni 922 schonk koning Karel de Eenvoudige aan graaf Dirk I van ‘Holland’ het kerkje van Egmond, dat een kleine twee eeuwen eerder boven het graf van Sint Adalbert was gebouwd, en dat was uitgegroeid tot een belangrijke bedevaartsplaats. Hieronder mijn vertaling van de oorkonde.
In de naam van de heilige en ongedeelde Drie-eenheid.
Karel, koning der Franken bij de genade Gods.
Het is de gewoonte van onze koninklijke majesteit om onze vazallen veelvuldig te belonen met geschenken.
Daarom willen wij aan alle gelovigen van de heilige kerk – nu en in de toekomst – laten weten dat de eerbiedwaardige graaf Hagano* tot onze troon is genaderd en ons heeft verzocht vanuit onze goedertierendheid een aantal goederen te schenken aan onze vazal Diederik, namelijk de kerk van Egmond met alles wat daaraan rechtens toebehoort, vanaf Swithardeshaga tot Fortrapa en Kinnem.
Wij hebben zijn verzoek, zoals gebruikelijk, welwillend aangehoord en al deze goederen in hun geheel geschonken aan onze voorzegde vazal, inclusief horigen, land van goede en minder goede kwaliteit, weilanden, bossen, graslanden, wateren of waterlopen, en wij hebben verordend en goedgevonden dat hij, zoals hij volgens het erfrecht over zijn andere bezittingen kan beschikken, evenzo vrijelijk mag beschikken over deze goederen, verkregen uit onze schenking – gedurende zijn hele leven, zowel hijzelf als zijn gehele nageslacht.
Daarom hebben wij tevens goedgevonden dat dit bewijs van onze goedertierenheid met betrekking tot deze goederen voor hem wordt opgesteld, waarbij wij opdragen en bevelen dat hij al deze goederen vrijelijk houdt en bezit en de macht heeft daarover naar eigen keuze te beschikken – dit alles onder Gods genade en zonder dat iemand hem lastigvalt.
En opdat dit bewijs van onze schenking niet zal worden betwijfeld en nauwgezet zal worden gerespecteerd, hebben wij deze oorkonde hieronder eigenhandig bekrachtigd en goedgevonden dat zij met de afdruk van onze zegelring wordt gezegeld.
Het zegel van de zeer roemvolle koning Karel.
De klerk Hagano* heeft [deze oorkonde] als plaatsvervanger van aartsbisschop Rotgerus, opperkanselier, geïnspecteerd.
Gegeven op de 17e dag voor de kalendae van juli (= 15 juni) tijdens de 11e indictie, in het 30e jaar van de regering van koning Karel, in het 25e jaar na het herstel van zijn regering, 11 jaar na het verkrijgen van zijn grotere, rechtmatige erfenis; gedaan in Pladella Villa;
dat er zegen op ruste. Amen.
In deze oorkonde worden slechts vier geografische namen genoemd:
- Egmond. Dat is ons Egmond Binnen.
- Swithardeshaga is ons al bekend uit de oorkonde van 889.
- Fortrapa. Ligging onbekend.
- Kinnem. Kinnum op Terschelling.
Verschillende auteurs hebben op grond van de schenkingen van 889 en 922 geprobeerd uitspraken te doen over de omvang van het graafschap van Dirk I, maar in feite valt daar weinig over te zeggen en evenmin over de macht die de graaf binnen zijn ambtsgebied uitoefende. Vast staat wel dat de kerk – en later de abdij – van Egmond van groot belang was voor de ‘Hollandse’ graven; de meeste zijn er, samen met hun vrouw, begraven.
__________
* Hagano de graaf en Hagano de klerk zijn twee verschillende personen.
[16 november 2021 / 1 december 2021]
2 gedachten over “8 De koningsoorkonde van 922”