Kort na de schenking van het kerkje van Egmond door koning Karel de Eenvoudige aan graaf Dirk van ‘Holland’ verrichtte Sint Adalbert – inmiddels alweer bijna 200 jaar dood – opnieuw een wonder. In Het leven van de heilige belijder Adalbert1 wordt deze gebeurtenis als volgt beschreven.
Christus’ beminnelijke belijder, Adalbert, verscheen in een droom aan de non Wilfsit om haar te zeggen dat de zeer kostbare beenderen van zijn lichaam – naar gewoonte diep onder de grond begraven – hoog moesten worden verheven en voor allen duidelijk zichtbaar neergezet, om zo op doeltreffende wijze de vroomheid van de gelovigen te stimuleren en het hun mogelijk te maken de hulp van zijn verdiensten onmiddellijk te kunnen verkrijgen. Opdat haar geloof niet door enige twijfel over de juiste uitleg werd aangetast, gaf hij zich moeite dit de vrouw in drie verschijningen te verzekeren.
Om zich niet bloot te stellen aan de zonde van de ongehoorzaamheid ging de snelle boodschapster haastig naar graaf Dirk, die deze plaats in wettig eigendom bezat – evenals nu zijn nakomelingen –, om hem te vertellen wat haar in de droom was geopenbaard. En hij, toegewijd en consciëntieus zoals altijd in zaken die met het geloof te maken hadden, voerde ook nu snel uit wat hem door de non was verteld. Nadat hij dus de voor een dergelijke onderneming gepaste maatregelen had genomen, liet hij de heilige relieken opgraven.
Daarbij deed zich opnieuw een wonder voor:
Bij die gelegenheid is er onder de grafkist een bron gevonden met wonderlijk helder en doorzichtig water, die tot op de huidige dag het vermogen heeft behouden velen te genezen die de hoop eigenlijk al hebben opgegeven.
Dit was de nog altijd bestaande Adelbertusput in Egmond-Binnen (zie ook deze link).
En toen nóg een wonder:
En toen men ook de kist had geopend, kon men zien dat de wade waarin het heilige lichaam was gewikkeld niet was aangetast door enige bederf of verrotting: hieruit bleek de levenskracht van de overledene.
Daarna nog veel meer wonderen:
In de plaats die Hallem wordt genoemd liet de bovengenoemde graaf zelfs een houten kapel bouwen en op een door hem vastgestelde dag waarop de gelovigen gezamenlijk de relieken konden vereren, liet hij de heilige schat daarheen vervoeren. Het grote aantal zieken dat bij deze translatie2 werd genezen kan nauwelijks geschat worden. De heilige verblijdde in het bijzonder de blinden door hun het kostbare bezit van het gezichtsvermogen terug te geven en diegenen die door een gebrekkige gang waren verzwakt konden zich door de herstelde functie van hun ledematen weer oprichten.
Tot zover deze schriftlezing.
Voor ons zijn al die wonderen verzinsels uit een ver verleden. Geen verzinsel is het feit dat graaf Dirk kort na 922 handig gebruikmaakte van de populariteit van Sint Adalbert door diens relieken een nieuwe verblijfplaats te geven en daarmee niet alleen de verering van de heilige te stimuleren, maar ook zijn eigen prestige te verhogen.
__________
1 G.N.M. Vis, De Vita Sancti Adalberti Confessoris. ’s-Gravenhage, 1987.
2 Translatie is het overbrengen van de overblijfselen van een heilige naar een andere plaats (of naar andere plaatsen), waar deze relieken beter vereerd kunnen worden.
[18 november 2021]