11 Samenvatting van het voorafgaande

Zoals beloofd hieronder een korte samenvatting van de vorige tien afleveringen plus nog wat aanvullingen.

Het enorme rijk dat Karel de Grote in 814 naliet aan zijn zoon Lodewijk, viel na diens dood in 839 uiteen in drie delen, West-Francië, Oost-Francië en een langgerekt middenrijk. Dit middenrijk werd in 855 opnieuw in drieën verdeeld en daarbij kreeg het noordelijk deel – dat ook Nederland omvatte – de naam Lotharingen.

Vervolgens probeerden de koningen van West- en Oost-Francië met wisselend succes om dit Lotharingse gebied bij hun rijk te trekken. Uiteindelijk slaagde de Oost-Frankische koning Hendrik de Vogelaar hierin. Dat was in 925. Vanaf deze tijd wordt niet langer gesproken van West- en Oost-Francië, maar van Frankrijk en Duitsland.*

De titel van keizer die Karel de Grote in 800 had ontvangen, kwam definitief terecht bij de Duitse koningen, maar daarvoor moesten ze wel eerst langs bij de paus; zolang dat niet gebeurd was, waren ze nog gewoon (Rooms) koning.

Karel de Grote had zijn rijk ingedeeld in zo’n 300 graafschappen met aan het hoofd een graaf, hertog of markgraaf. Een aantal van die graven (of hertogen of markgraven) zagen kans om hun macht geleidelijk uit te breiden ten koste van het centraal gezag. Graaf Gerulf van Holland en zijn zonen Dirk I en Dirk II zijn daar voorbeelden van. Andere voorbeelden zijn de graven van Vlaanderen en later de hertogen van Brabant en van Gelre – drie vorstendommen die direct aan Holland grensden.

En dan was er de bisschop van Utrecht. Deze werd in beginsel gekozen door een groep Utrechtse geestelijken, maar in de praktijk werd hij benoemd door de Duitse koning. Bovendien was zijn functie per definitie niet erfelijk. Daarmee was hij potentieel een belangrijke steunpilaar voor de koning. Om zijn positie te versterken, schonken de diverse Duitse koningen de Utrechtse bisschoppen complete graafschappen, waarover zij ook het wereldlijk gezag uitoefenden. Zo waren deze bisschoppen dus geestelijk leider van het bisdom Utrecht en wereldlijk leider van het veel kleinere Utrechtse ‘Sticht’. En net als Vlaanderen, Brabant en Gelre grensde ook het Sticht direct aan Holland. 

Graaf Dirk II heerste over een gebied dat Texel, West-Friesland, Kennemerland, de oevers van de Oude Rijn en Maasland omvatte, met nog een uitloper ten zuiden van de Maas. Belangrijke plaatsen waren Egmond met zijn abdij, Rijnsburg bij Katwijk en Vlaardingen aan de monding van de Maas en Merwede.

Omstreeks het jaar 1000 begon de bevolking van Holland toe te nemen en begonnen de Hollandse graven te zinnen op mogelijkheden om hun gebied uit te breiden. Daarbij zouden zij vele malen in conflict komen met hun diverse buren, met vaak dramatische gevolgen, niet alleen voor henzelf maar vooral ook voor de bevolking.

__________
* Andere benamingen zijn het Duitse Rijk of het Heilige Roomse Rijk (heilig omdat het christelijk was, Rooms, omdat het als een voortzetting van het Romeinse rijk werd beschouwd).

[16 februari 2022]

Inhoud

.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: