Uit het dagboek van een tobber
Nu ik de stukjes die ik inmiddels geschreven heb nog eens nalees, bedenk ik dat sommige (nieuwe) lezers zich wellicht zullen afvragen waarom deze blog begint met Karel de Grote. In dit Vooraf probeer ik dat uit te leggen.
Zo’n tien jaar geleden begon ik te hooi en te gras via internet gegevens te verzamelen over mijn voorouders, en vier jaargeleden had ik zoveel materiaal verzameld, dat ik besloot om mijn bevindingen vast te leggen in een boek. Bij het schrijven stuitte ik echter regelmatig op nieuwe vragen, die dan tot nieuwe naspeuringen leidden en die naspeuringen leverden vaak weer nieuwe vondsten op. Het gevolg was dat ik de teksten die ik inmiddels geschreven had, keer op keer moest herzien. Dat schoot dus niet op.
De oplossing was om de voortgang van mijn onderzoek stukje bij beetje vast te leggen in een blog onder de titel Drie eeuwen Hofmans.
Ruim anderhalf jaar geleden was ik wel zo’n beetje rond met die blog. Nieuwe gegevens over mijn voorouders vond ik niet meer; wat resteerde was nog wat research naar mogelijk relevante achtergrondinformatie. En zo begon ik opnieuw aan mijn boek.
Pieter Hofmans, mijn vroegste voorvader, duikt op 14 augustus 1723 voor het eerst op in de archieven van het plaatsje Dussen. Bij hem ligt dus het begin van mijn verhaal. Probleem is alleen dat Dussen een nogal eigenaardig plaatsje was. Om te beginnen behoorde het dorp tot twee verschillende ambachten, elk met een eigen bestuur. Bovendien had de ene helft van het dorp had ooit ergens anders gestaan, maar was dit dorp in de vroege 15e eeuw weggevaagd door de Sint-Elisabethsvloed. En dan was Dussen ook nog een katholieke enclave in een verder praktisch volledig protestants gebied.
Ik was kennelijk niet in staat om deze eigenaardigheden van Dussen domweg te vermelden en vervolgens te beginnen met het verhaal van mijn familie. Onontkoombaar drong zich de vraag op hoe dat allemaal gekomen was: wanneer was dit Dussen ontstaan, waar leefden de Dussenaren van, wat had de Sint-Elisabethsvloed aangericht, hoe had het leven in Dussen zich daarna hersteld, hoe was het mogelijk dat de protestantisering juist in Dussen was mislukt… dat soort vragen. Kortom, een geheel nieuw onderzoek.
Om de voortgang van dát onderzoek stukje bij beetje vast te leggen, begon ik een tweede blog, Zes eeuwen Dussen. Maar – mijn verhaal wordt eentonig – om die blog nu met de allereerste vermelding van Dussen te beginnen (in 1156), dat leek mij een wat al te abrupte aanpak. Een aanloop van een paar eeuwen met de nodige uitleg over sommige gebeurtenissen leek mij toch minimaal geboden. Daarom begint deze blog met Karel de Grote. Daarna volgen nog veertien stukjes over de periode 800-1100 en pas dán, in aflevering 16, kom ik langzaam maar zeker ter zake.
Of dat boek over mijn voorouders er ooit gaat komen… ik weet het niet. Maar het onderzoek gaat door.
[9 maart 2022]