De oudste kleinzoon van graaf Dirk V heette ook weer Dirk en kreeg dus volgnummer VI. In 1156 bracht deze graaf met een groot gevolg een bezoek aan de abdij van Echternach in Luxemburg om daar een slepend conflict op te lossen, dat zijn verre oorsprong had in het begin van de achtste eeuw.
De Angelsaksische missionaris Willibrord (658-739), bijgenaamd de apostel der Friezen, verspreidde omstreeks 700 het Christendom onder de heidenen en ter ondersteuning van dit beschavingsoffensief werd hij door de Frankische machthebbers begiftigd met talrijke bezittingen in en buiten Holland. Zo ontving hij in 698 een landgoed in Luxemburg, waarop hij een klooster kon stichten. Dat werd de beroemde abdij van Echternach. Willibrord bracht hier zijn laatste jaren door en werd er ook begraven.
Bij zijn dood liet Willibrord zijn talrijke persoonlijke bezittingen na aan de abdij, waaronder een vijftal kerken in Holland. Dit waren op zichzelf slechts simpele houten gebouwtjes; hun waarde was vooral gelegen in de bijbehorende landerijen en boerenbedrijven. Uiteraard waren die primair bedoeld voor het bestrijden van de kosten van het gebouw en de eredienst, maar het surplus kwam toe aan de eigenaar.
Dankzij de stichting van dochterkerken was het oorspronkelijke aantal van vijf kerkjes inmiddels uitgegroeid tot 24, die bovendien ruim waren begiftigd met onroerend goed en dus een rijke bron van inkomsten vormden. Al deze kerken behoorden formeel toe aan de abdij van Echternach, maar in de praktijk waren de Hollandse graven ze als hun eigendom gaan beschouwen, zodat Echternach er per saldo weinig plezier van had.
In 1156 werd de kwestie uit de wereld geholpen door een simpele ruil: de graaf ontving de zeggenschap over de 24 kerken die door Echternach werden geclaimd, de abdij ontving als tegenprestatie een stuk land op het eiland Schouwen van circa 50 hectare. De overeenkomst is vastgelegd in twee oorkonden. In het ene draagt abt Gerard van Echternach de 24 kerken over aan de graaf en ontvangt hij daarvoor een stuk land van 120 gemet, in het tweede draagt graaf Dirk VI 120 gemet* op Schouwen over aan de abt en ontvangt daarvoor 24 met name genoemde kerken.
Aan het slot van de tweede oorkonde worden de namen van tweeëntwintig getuigen van de graaf genoemd. Eén daarvan verdient onze speciale aandacht: Iacobus de Dussan.
Dit Dussan is de vroegste vermelding van Dussen.
__________
* Een gemet is een oppervlaktemaat die nog voorkomt in de naam van het eilandje Tiengemeten. Eén gemet staat ongeveer gelijk aan 0,4 hectare.
[11 maart 2022]
Eén opmerking over '18 Jacob van Dussen in Echternach'