De oorkonden van 889 en 922 zijn gedateerd volgens de klassieke Romeinse methode, maar in latere oorkonden wordt vaak de feestdag van een bepaalde heilige als uitgangspunt genomen. Toen ik gisteren mijn laatste stukje nog eens overlas, bedacht ik dat dit onderwerp misschien enige toelichting behoefde.
De feestdag van een heilige is nooit zijn geboortedag; die is namelijk zelden of nooit bekend. Zijn sterfdag is meestal wel bekend, en dat komt goed uit, want voor een heilige is dat natuurlijk bij uitstek een feestdag: op die dag vertrekt hij immers naar de hemel en daar is het veel leuker dan hier.
Een tweede feestdag is de translatie: de dag waarop het lichaam van de heilige vanuit het oospronkelijke graf werd overgebracht naar een nieuw graf, waar hij/zij beter vereerd zou kunnen worden. Zo’n translatie is een hele gebeurtenis, zoals blijkt uit het volgende verslag van de translatie van Sint Adalbert, de patroonheilige van de abdij van Egmond:
Christus’ beminnelijke belijder, Adalbert, verscheen in een droom aan de non Wilfsit om haar te zeggen dat de zeer kostbare beenderen van zijn lichaam – naar gewoonte diep onder de grond begraven – hoog moesten worden verheven en voor allen duidelijk zichtbaar neergezet, om zo op doeltreffende wijze de vroomheid van de gelovigen te stimuleren en het hun mogelijk te maken de hulp van zijn verdiensten onmiddellijk te kunnen verkrijgen. Opdat haar geloof niet door enige twijfel over de juiste uitleg werd aangetast, gaf hij zich moeite dit de vrouw in drie verschijningen te verzekeren.
Om zich niet bloot te stellen aan de zonde van de ongehoorzaamheid ging de snelle boodschapster haastig naar graaf Dirk, die deze plaats in wettigeigendom bezat – evenals nu zijn nakomelingen –, om hem te vertellen wat haar in de droom was geopenbaard. En hij, toegewijd en consciëntieus zoals altijd in zaken die met het geloof te maken hadden, voerde ook nu snel uit wat hem door de non was verteld. Nadat hij dus de voor een dergelijke onderneming gepaste maatregelen had genomen, liet hij de heilige relieken opgraven.
Bij die gelegenheid is er onder de grafkist een bron gevonden met wonderlijk helder en doorzichtig water, die tot op de huidige dag het vermogen heeft behouden velen te genezen die de hoop eigenlijk al hebben opgegeven. En toen men ook de kist had geopend, kon men zien dat de wade waarin het heilige lichaam was gewikkeld niet was aangetast door enige bederf of verrotting: hieruit bleek de levenskracht van de overledene.
In de plaats die Hallem wordt genoemd liet de bovengenoemde graaf zelfs een houten kapel bouwen en op een door hem vastgestelde dag waarop de gelovigen gezamenlijk de relieken konden vereren, liet hij de heilige schat daarheen vervoeren. Het grote aantal zieken dat bij deze translatie werd genezen kan nauwelijks geschat worden. De heilige verblijdde in het bijzonder de blinden door hun het kostbare bezit van het gezichtsvermogen terug te geven en diegenen die door een gebrekkige gang waren verzwakt konden zich door de herstelde functie van hun ledematen weer oprichten.
En zo gaat het nog een tijdje door.
In de oorkonde van 1276 gaat het om de translatie van Sint-Maarten. Deze Martinus was een Romeins soldaat, die zoveel mogelijk probeerde te leven volgens de christelijke principes van armoede en nederigheid. Hij gaf al zijn bezittingen weg en het enige wat hij nog bezat, waren de kleren die hij aanhad, waaronder zijn kostbare soldatenmantel. Op een dag ontmoette hij een naakte bedelaar, die hem om een aalmoes vroeg. Martinus sneed daarop zijn mantel met zijn zwaard in twee stukken en gaf de bedelaar de helft.

In 371 werd Martinus bisschop van Tours. Hij stierf op 8 november 397 en werd begraven op 11 november – een van zijn twee feestdagen. De andere feestdag is 4 juli, de dag van de overbrenging van zijn relieken naar Tours.* De dag na de translatie van de zalige Maarten is dus 5 juli.
__________
* In zijn nog bestaande graf liggen alleen een stuk schedeldak en een armbot; de overige botten werden verkocht ter verering als relikwie. Een armbot belandde in de (aan Martinus gewijde) Dom van Utrecht.
[12 april 2022]